Gisteren appte een vriendin me. “Hey fietskenner,” schreef ze. Dat begon al goed! Ze vervolgde: “Ik wil me oriënteren op het kopen van een racefiets. Waar moet ik naar kijken?” De eerste vraag die ik haar terugstuurde: “Wat wil je met die racefiets gaan doen?” Dat ligt nogal voor de hand, zie ik je denken. Maar dat is niet helemaal waar. De sportieve doelen van mijn vriendin hebben namelijk consequenties voor het soort fiets waar ze naar zou moeten kijken. Wil ze de fiets gebruiken om op zonnige zondagen een rondje van maximaal 30 kilometer te maken? Wil ze gaan racen? Twee/drie keer per week trainen om ze snel mogelijk te worden? Of toch liever een paar keer per jaar een lange tocht maken?
De reden dat ik haar die vragen stelde is dat ik als wielrenner ook weet wat de nadelen zijn van wielrennen. In het kort: de zit op een racefiets is niet bepaald comfortabel (een paar dagen geleden reed ik een tocht van 75 km en ik heb nog steeds last van mijn onderrug), je bent beperkt tot geasfalteerde wegen en het is flink oppassen voor ander verkeer. Wil je als fietser genieten van de natuur, dan is een mountainbike veel geschikter; wil je vooral zo comfortabel mogelijk toertochten maken, dan is een tourfiets een goede optie. Enfin, omdat Whatsapp zich als medium niet bepaald goed leent voor een uitgebreide analyse van alle verschillende opties, heb ik een en ander voor haar op papier gezet. Misschien helpt het jou ook een keuze te maken!
Mountainbike
Geschikt voor:
Wil je het liefst zoveel mogelijk in de natuur zijn, of hou je van fietsen waarbij behendigheid en afwisseling een belangrijke rol spelen? Dan is mountainbiken waarschijnlijk de meest geschikte keuze. Het leuke van mountainbiken – vooral in het vlakke Nederland – is dat je het zo zwaar kunt maken als je zelf wilt. Nu de sport in ons land steeds meer aan populariteit wint, worden er ook steeds meer MTB-routes uitgezet (een actueel overzicht vind je bijvoorbeeld op mtbroutes.nl). Veel routes, gemarkeerd met speciale mtb-bordjes, voeren door prachtige natuurgebieden waarbij het landschap waardoor je fietst iedere paar kilometer verandert: het ene moment rij je door het bos, dan over de hei en het volgende moment ploeter je door zandpaden waarop gewone fietsers zich niet zouden durven wagen.
Waar moet je op letten?
Mountainbikes kun je grofweg verdelen in twee typen: mountainbikes met 29 inch en mountainbikes met 26 inch wielen (de speciale downhill-mountainbikes laat ik even buiten beschouwing, dat is meer iets voor gevorderden). De zogenaamde 26’ers zijn de oer-mountainbikes, fietsen met brede banden op wielen die kleiner zijn dan die van een racefiets. Ze zijn wendbaarder dan fietsen met grotere wielen (denk aan een BMX-crossfiets), maar leveren door die wielen in op snelheid; simpelweg omdat je meer omwentelingen moet maken. De 29’er is een mountainbike met grotere wielen (groter zelfs dan de 28-inch maat van een racefiets): minder wendbaar, maar hij rolt makkelijker, waardoor je minder energie verbruikt. De meeste mtb-routes in Nederland zijn heel goed te berijden met een 29’er. Voor beide typen geldt dat je het comfort kunt verhogen door te kiezen voor een geveerde voor- en achtervork. De meeste nieuwe mountainbikes beschikken al over vering; je kunt dan zelf bepalen hoe stijf je fiets aanvoelt (over het algemeen is een stijve fiets zonder veel vering sneller dan een fiets met veel vering). De meeste mountainbikes worden tegenwoordig afgeleverd met schijfremmen. Die zijn in vergelijking met traditionele velgremmen veel minder gevoelig voor modder en vocht en remmen dus beter.
Racefiets
Geschikt voor:
Hou je van snelheid, fietsen in groepen (waarbij gebruik gemaakt wordt van elkaars luwte), of wil je op ieder moment bij een terrasje kunnen stoppen voor kop koffie? En misschien nog wel belangrijker: hou je van een duursport waarbij je over een langere periode hetzelfde op de pedalen moet overbrengen? Dan is de racefiets iets voor jou. Ook als het rijden van ‘wielermonumenten’ als de Amstel Gold Race, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Vlaanderen je aanspreekt kun je het beste voor een racefiets kiezen – door de ergonomie van een racefiets leg je nu eenmaal het makkelijkst de grootste afstand af. Wil je gaan klimmen in de Franse alpen, dan is een mountainbike ook een optie, maar reken er wel op dat je later boven komt dan je vrienden. Een mountainbike is niet alleen zwaarder, de bredere banden zorgen ook voor een hogere rolweerstand.
Waar moet je op letten?
Racefietsen zijn er in alle vormen en maten, en voor uiteenlopende prijzen; van een paar honderd euro tot vele duizenden euro’s. Bepaal voordat je een racefiets gaat kopen eerst wat je ermee wilt gaan doen. Wil je hard rijden op vlak terrein? Dan is de keuze voor aerodynamische wielen misschien wel belangrijker dan het materiaal van je frame – een hoogwaardig aluminium frame meet zich moeiteloos met goedkopere carbonframes. Ga je vaak de bergen in, dan is gewicht belangrijk en is carbon een overweging. Een ander aandachtspunt bij het kopen van een racefiets is de groep, oftewel de onderdelen waaruit de fiets is opgebouwd, zoals remmen (shifters), wielen, derailleurs en crankstel. Als ik moest kiezen tussen een nieuwe fiets met een carbonframe, uitgerust met een Shimano Sora-groep, of een tweedehands racer met een aluminiumframe afgemonteerd met Shimano Ultegra, dan ga ik naar huis met de occasion. Een kwalitatief betere groep levert niet alleen betere prestaties, maar gaat bovendien veel langer mee. Dat is belangrijker dan de keuze voor het superieur geachte carbon in plaats van aluminium.
In deel 2 besteed ik aandacht aan de cyclocrossfiets, de tour- of sportfiets en de elektrische (race)fiets. In het derde en laatste deel zal ik dieper ingaan op andere zaken die van belang zijn als je wilt beginnen met fietsen, zoals fietsnavigatie, fietskleding, fietsschoenen en fietshelmen.