Was ik er maar nooit over begonnen. Een paar weken geleden vertelde ik mijn dochter dat ik vroeger een drumstel had en terwijl ik de woorden uit mijn mond hoorde komen, begonnen er in mijn hoofd sirenes te loeien. Maar het was te laat. ‘Ik wil ook een drumstel,’ sprak de 4-jarige gedecideerd. En dat bleef ze herhalen de afgelopen weken.
Godzijdank kan ik haar verzoek nu nog pareren met het leeftijdsargument. ‘Nou, daar moet je nog wat ouder voor zijn liefje, papa was al tien toen hij ging drummen.’ Maar er komt een tijd dat ik me daar niet langer achter kan verschuilen.
Puur uit interesse klapte ik vorige week mijn laptop open, op zoek naar tweedehands drumstellen voor kinderen. En ik moet zeggen: het valt me enorm mee hoe betaalbaar die dingen zijn. Toen ik jong was had ik het gevoel dat ik toch zeker het financiële equivalent van een BMW in mijn kamer had staan, ook al was mijn drumstel het afdankertje van het muzieklokaal van mijn middelbare school. Complete sets heb je al vanaf 250 euro, ongeveer dezelfde prijs die je betaalt voor een tweedehands instap-klarinet.
Maar nu ik dus geen tweede hypotheek hoef af te sluiten voor de aanschaf van een paar Pearl of Yahama-trommels, rijst er een ander probleem: wij wonen in een twee-onder-een-kap. Met geluidsisolatie uit de vorige eeuw… Een elektronisch drumstel zou een goed alternatief zijn, maar dat haalt het niet bij het ‘echte’ werk - nee er moet wel geluíd uit een muziekinstrument komen!
Enfin, omdat ik geen zin heb om straks in Bonje met de Buren te figureren (al was het maar omdat je tegenwoordig Patty Brard over de vloer krijgt, in plaats van Natasja Froger), heb ik nu al mijn pijlen op de gitaar gezet. Toen ik mijn dochter vertelde dat ik vroeger ook gitaar speelde en of dat haar niet leuk leek, knikte ze enthousiast: ‘Goed idee papa, dan ga ik drummen en jij op de gitaar!’