Onze categorieeën

Zeg Roodkapje, ga je mee?

Muziek en Instrumenten

shutterstock_211091626

Mijn eerste gitaar was de oude van mijn vader. Hij leerde me er (een beetje) flamenco op spelen. Maar toen ik jaren later rond het kampvuur op een Frans strand een ‘gitaarbattle’ uitvocht met een groep Spanjaarden, kwam de redding uit een hele andere hoek. Van de gebroeders Grimm welteverstaan.

Ik begon mijn muzikale carrière op de blokfluit, zoals bijna iedereen. Daarna: de klarinet. Prachtig instrument maar helaas was mijn docent zo’n onsympathieke man dat hij zowel het notenschrift áls de klarinet voor altijd voor me verpest heeft. Toen ik veertien was koos ik voor de instrumenten die jongens van veertien willen bespelen: drums en gitaar. Enfin, over de voor- en nadelen van een drumstel schreef ik eerder al dit. Laten we het erop houden dat je als drummer 1. hele tolerante of dove buren moeten hebben en 2. heel veel ruimte, en omdat tot een jaar geleden in mijn leven van beide geen sprake was, heb ik mijn drumstel aan de wilgen gehangen. De gitaar en ik daarentegen, zijn nog altijd onafscheidelijk.

‘Neem je je gitaar mee?’ vroeg een vriend aan de vooravond van onze vakantie in Frankrijk. ‘Heeft Slash een hoed op?’ antwoorde ik. En zo kwam het dat we drie uur later achter in de bus Knocking on Heavens Door zaten te spelen. Dat had ik er nog niet bij verteld: de gitaar en ik mogen dan onafscheidelijk zijn; mijn gehele oeuvre omvat een tiental nummers, waarvan de meeste in de jaren ‘80 en ‘90 zijn geschreven. More than Words, je weet wel dat hele gevoelige nummer van de keiharde rockband Extreme, is het hoogtepunt van mijn optredens.

Eenmaal in Frankrijk duurde het niet lang voor wij ons met gitaar richting strand begaven. Daar brandde al een aangenaam kampvuur zag ik van een afstand. Er stond een grote groep mensen omheen. Toen ik dichterbij kwam, zag ik ook waarom dat was: een trio Spanjaarden gaf een spetterend gitaaroptreden. Flamenco, gipsy, jazz; muziek uit een andere wereld, zo goed. Toen ze ons zagen komen, week de groep uiteen. Een van de Spanjaarden stopte met spelen en zei: ‘Ah, joe pleej de gitarrr, no?’ Even overwoog ik mijn gitaar in de branding te gooien, maar het was al te laat. Ik knikte. Zijn landgenoten waren nu ook gestopt met spelen. ‘Joe pleej, come on,’ wenkte de eerste Spanjaard.
Ik dacht aan de flamenco die m’n vader me had geleerde. Die inferieure uit drie akkoorden bestaande flamenco. En ik begon te spelen.

Ik weet tot op de dag van vandaag niet waarom ik op dat moment ‘Roodkapje’ inzette. Ik weet nog wel dat het heel stil werd rond het kampvuur. Mijn vrienden staarden me verbijsterd aan. En toen begonnen we aarzelend te zingen. ‘Zeg Roodkapje, waar ga je he-heen, zo alleen, zo alleen…’ De Spanjaarden knikten goedkeurend. Er werd geknikt, voorzichtig geklapt en tenslotte volmondig gejuicht. We waren gered. Maar ik nam me plechtig voor nooit meer een gitaarbattle met Spanjaarden te houden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Hoe word ik een gitaarheld?

Muziek en Instrumenten, Verhalen
Wie wil er als kind niet beroemd worden? Het is heel normaal om – als klein jongetje of meisje – te verlangen naar het grote, het bijzondere. Het onbereikbare, dat voor een kind juist heel bereikbaar lijkt. Zelf wilde ik altijd profbasketballer worden in Amerika, maar toen er maar geen...
Lees verder

En nu wil ik Frozen!

Algemeen, Cd's en Dvd's, Muziek, Muziek en Instrumenten, Muziek en optredens
Ooit, lang geleden, ging ik als kleine jongen naar de musical Cats, die ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Carré uit Amerika was geïmporteerd. Het waren de jaren tachtig en het imperium van Joop van de Ende moest z’n aanvang nog nemen. Grappig: niemand kan je vertellen welke momenten...
Lees verder