Het is heerlijk om een andere auto te kopen. Zoals Fleur hier al zei: “Wat nieuw is, is altijd leuk!” Maar hoe nieuw moet hij precies zijn? Er zijn veel mensen die het liefst occasions kopen, maar er zijn er ook genoeg die echt altijd een spiksplinternieuwe auto willen hebben. Voor alles is wel iets te zeggen. Hieronder wat voor- en nadelen van auto’s in verschillende leeftijdscategorieën. Waar kies jij voor?
1) Een (splinter)nieuwe auto
Ah, die nieuwe auto-geur! Wat is er mooier dan dat? Ok, best veel, maar je kunt niet ontkennen dat het een fijne geur is. Het is één van de dingen die je eraan herinneren dat je in een nieuwe auto zit; naast het superschone, vlekkeloze interieur en de blinkende buitenkant, waar geen krasje op te bekennen is. En jij plant zelf als eerste de ‘vlag’ in deze maagdelijke auto: je bent de eerste eigenaar en dat voelt bijzonder. Ook als je gewoon graag in het nieuwste model rond wil rijden, met de laatste snufjes en ontwikkelingen erin, kun je niet anders dan regelmatig een écht nieuwe auto te kopen, vers van de fabrikant. Het enige nadeel is de (relatief) hoge prijs die je ervoor betaalt en de snelle waardevermindering na aankoop.
2) Een jonge occasion (tot 5 jaar oud)
Als je niet per se in een spiksplinternieuwe auto hoeft te rijden, maar wel van moderne motoren, kenmerken en opties gebruik wilt kunnen maken, zonder tegen vervelende ouderdomsmankementen aan te lopen, kies dan voor een jonge occasion. Tweedehands auto’s die nog niet zo oud zijn, hebben meestal een heel schappelijke kilometerstand - een auto met 50.000 km op de teller is eigenlijk pas net ingereden -, voelen nog als nieuw (en ruiken dat soms ook), en kostbare reparaties laten doorgaans nog even op zich wachten. En als je zo’n jonge occasion bij de dealer koopt, wordt er ook nog eens vaak een royale garantie bij gegeven. Een groot voordeel ten opzichte van een nieuwe auto is de aanzienlijk lagere aankoopprijs. Een auto van vijf jaar oud kost vaak nog maar de helft van de oorspronkelijke prijs.
3) Oudere occasion (5 - 15 jaar oud)
De helft van de originele vraagprijs scheelt een hoop, maar kan alsnog een aardige aanslag op het budget zijn. Ga je voor wat ouder, dan kun je in een redelijk eigentijds sturende en uitziende auto rondrijden, maar voor weer een stuk minder geld. Het is vanaf deze leeftijd wel raadzaam om naar de reputatie van de auto te kijken - bijvoorbeeld aan de hand van gebruikerservaringen. Verder is het verstandig om te kijken wat voor onderhoud of reparaties je kunt verwachten na een x aantal jaar of kilometers. Een voordeel van een (wat) oudere auto is dat je best makkelijk een mooi aangekleed exemplaar kunt vinden, vol met (luxe) opties die bij een nieuwe(re) auto onbereikbaar zouden zijn, zoals leren bekleding, navigatie, climate control, cruise control, audiobediening aan het stuur en een cd-wisselaar. En dat is erg lekker!
4) Youngtimer (15 - 25 jaar oud)
Kies je voor een betrouwbaar model, dan hoeft het geen probleem te zijn om een auto te kopen van 15 jaar of ouder; ook wel youngtimer genoemd. En als je de auto niet oprijdt en na een paar jaar weer doorverkoopt, hoef je niet eens zoveel verlies te maken. Voor een paar duizend euro koop je al een hele puike auto, die destijds voor het tienvoudige in de showroom stond. Maar ook hier is het handig om te kijken wat de onderhoudsintervallen zijn en welke reparaties er al hebben plaatsgevonden. Een nadeel is dat oude auto’s meestal niet zo zuinig zijn en dat er minder opties op zitten. Geen airco, bijvoorbeeld, of elektrisch bedienbare ramen, minder airbags, dat soort dingen. Ook zal het er vanbinnen allemaal wat ouderwetser uitzien, maar dat kan ook net je smaak zijn natuurlijk. Een oude auto koop je ook vanwege zijn charme.
Voor de zakelijke rijders is er nog een extra voordeel: deze kunnen alle gemaakte kosten van een youngtimer aftrekken van de winst, waardoor je dus uiteindelijk minder belasting hoeft te betalen. Ook de verplichte bijtelling bij zakelijke auto’s - een bedrag dat juist bij de winst wordt opgeteld - is gunstig. Dit percentage (35%) wordt namelijk niet berekend over de (originele) catalogusprijs, maar over de (veel lagere) dagwaarde van de auto.
5) Oldtimer (25 jaar en ouder)
Officieel is een auto van 25 jaar oud een oldtimer, maar fiscaal gezien wordt het pas interessant vanaf een leeftijd van 40 jaar oud. Vanaf dat moment betaal je namelijk geen wegenbelasting. Daarnaast is er ook een overgangsregeling voor auto’s die tussen 1975 en 1988 voor het eerst in gebruik zijn genomen. Daarvoor betaal je slechts een kwart van de normale wegenbelasting. Maar het belastingvoordeel zal meestal niet de reden zijn om voor een oldtimer te kiezen: het gaat om het gevoel dat je hebt bij zo’n bijzondere, oude auto. Het moet ook echt je hobby zijn. Er zal regelmatig aan gesleuteld (moeten) worden, en je zal een klassieker vooral inzetten voor plezierritjes, niet voor het dagelijkse woon-werkverkeer. Maar qua model kan het van alles zijn: van een oude Rolls Royce tot een klassieke Porsche.
(Tupungato / Shutterstock.com)